Inderdaad, 't zal wel zijn! Onze fiere gemeente wordt op Nieuwsjaardag 2012 35 jaar! Op 1 januari 1977 werd immers uit de laatste gemeentefusies het nieuwe Kruishoutem geboren, een struise baby, aangesterkt met Wannegem-Lede, Nokere en Lozer. Maar de boreling had nóg kloeker
kunnen zijn ...

België telde in 1831 2489 gemeenten. Een kleine honderd jaar later waren er 2 675. Dit aantal bleef constant tot in 1961. In dat jaar werd de bevoegdheid tot het wijzigen van de gemeentegrenzen overgedragen van het parlement naar de regering, waarna het aantal Belgische gemeenten terugliep naar 2 586 in 1965, 2 359 in 1971, 596 in 1977 en tenslotte tot 589 in 1983 (fusie Antwerpen).

In 1964 was er dus een eerste fusiegolf; 110 gemeenten werden samengevoegd tot 37 nieuwe entiteiten. Dit botste op weinig weerstand, omdat het meestal kleine lokaliteiten betrof die financiëel nauwelijks nog overeind konden blijven. In deze fusieronde werden Eine, Ename, Nederename, Edelare, Bevere, Leupegem en Volkegem bij Oudenaarde gevoegd. Door de fusies van 1970-1971 werden opnieuw 300 gemeenten geclusterd tot 95 grotere bestuurlijke units, waaronder Brakel dat de overkoepeling werd van Elst, Opbrakel, Nederbrakel, Michelbeke en Zegelsem.


Waren de fusies tot dan voor de hand liggende bundelingen van plattelandsdorpen geweest, dan was de operatie van 1 januari 1977 veel drastischer. Een grootschalige ingreep was noodzakelijk om de gemeenten voldoende bestuurskrachtig te maken met het oog op een volwaardig lokaal beleid. Strikte kwantitatieve criteria waren er wel niet, maar een schaalvergroting was toch meer dan aangewezen. Het gemiddelde aantal inwoners per gemeente steeg in 1977 dan ook van 4 136 naar 16 565, de gemiddelde oppervlakte van 13 naar 52 km². Kruishoutem bleef uiteindelijk onder deze beide quota; 8 145 inwoners (cijfer 2011) voor een oppervlakte van 46,75 km².


De fusies werden in 1975-1976 op relatief korte tijd doorgedrukt en gingen dikwijls in tegen lokale wensen en belangen. Hier en daar ontstond protest, onder andere in Sint-Eloois-Vijve, waar burgemeester André Dejaeghere in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 10 oktober 1976 furieus en bits ageerde tegen de fusie met Waregem. Tevergeefs. In Kruishoutem haalde CVP-nieuwkomer Paul Tant het met een monsterscore van 1 589 voorkeurstemmen. Lijstduwer René D'huyvetter was het tweede stemmenkanon met 1 027 gekleurde bolletjes naast zijn naam. Strategisch vooruitdenkend, zagen beide heren de op til staande fusies niet als een bedreiging, maar als een uitdaging; ze namen de 'grote sprong voorwaarts' en ijverden voor een (zo) groot (mogelijk) Kruishoutem. Hun 'annexatiedrang' was inderdaad niet gering; ze wilden niet enkel met Nokere, Wannegem-Lede en Lozer, maar ook met Ooike, Huise en Ouwegem een 'monsterverbond'' sluiten ter creatie van een nieuwer en groter Kruishoutem. Indien deze fusiedroom was uitgekomen, zou onze gemeente nu zo'n 12 500 inwoners hebben geteld. Dat het bij dromen bleef, kwam door de Oudenaardse CVP-er Jan Verroken. Hij bewerkstelligde dat Huise en Ouwegem niet bij Kruishoutem, maar bij Zingem werden gevoegd. Hij hoopte daarmee de meerderheid van de liberalen aldaar te breken.

lozerkrans prikkeldraad


Verroken vergiste zich deerlijk; de blauwe bleven er nog jaren aan het roer. Als pasmunt kwam het geografisch aanleunende Lozer wel bij Kruishoutem. En daar zagen ze dat toch met lede, zij het humoristische ogen aan. Het plaatselijke toneelgezelschap 'De Lozerkrans' bracht in februari 1977 de komedie 'Prikkeldraad' (zie foto) op de planken. De keuze van regisseur Roland Van Huffel (uiterst links op de foto) was verre van toevallig; het stuk speelde zich af tegen de achtergrond van de fusie van een gemeente ('Zanddorp') met een stad('Eistad'). Moest er nog zand zijn? Niet iedereen was ingenomen met deze ironische knipoog op de bühne. Van Huffel moest de banbliksems van juffrouw Berthe della d'Huysse trotseren vooraleer ze haar bezwaren liet vallen. Het zal ook wel geen toeval zijn geweest dat het Kruishoutemse Willemsfonds bij wijze van subtiele plaagstoot 'De Lozerkrans' inviteerde om 'Prikkeldraad' op 27 maart 1977 in het hol van de leeuw (Zaal Telex) te komen opvoeren ...


Ook de laatste burgemeester van Nokere, Jozef De Bacquer, bleek niet onverdeeld gelukkig; twintig jaar na de feiten argumenteerde hij nog dat de fusies hadden geleid tot een verhoging van de opcentiemen. Het Nokerse schepencollege had toen trouwens nog een schuchtere poging ondernomen om aansluiting te krijgen bij Waregem, maar daar hadden ze het blijkbaar te druk met de wild om zich heen schoppende burgemeester van Sint-Eloois-Vijve. En wat met Ooike en Mullem? In 1977 reageerde René D'Huyvetter hierop in de krant 'Het Volk' knipogend:"Op Ooike en Mullem hebben we nooit echt gerekend. Terwijl we aan het kijken waren, keken we redelijk wijd".


Is de fusie van 1977 voor onze gemeente een gemiste kans geweest, of niet? Who knows? Perhaps. Maybe. Kruishoutem kon zijn bestuurlijke autonomie in elk geval ontplooien over een groter grondgebied met respect voor de fusiegemeenten en het aldaar gedijend verenigingsleven en sociaal-economisch netwerk. Toch dient onder ogen te worden gezien dat Huise en Ouwegem hun 'natuurlijke habitat' wellicht eerder bij Kruishoutem dan aan de overkant van de N60 hadden kunnen vinden. Wat er ook van zij, de schaalvergroting van 1977 heeft er toe bijgedragen dat de gemeenten in België een belangrijk bestuursniveau konden blijven. Door het Lambermontakkoord van 2000 valt de gemeentewet nu onder de bevoegdheid van de gewesten. In Vlaanderen laten zich sindsdien stemmen horen voor grotere en meer slagvaardige gemeenten. Ooike, Mullem, Huise en Ouwegemdan toch ooit bij Kruishoutem? Only time will tell !