Sommigen denken dat Kruishoutem een gemoedelijke gemeente is, bewoond door brave lieden. Zij die dit menen, dwalen. Onze vaderlandse geschiedenis kende twee pogingen tot staatsgreep; telkens was een Kruishoutemnaar erbij betrokken:graaf August van der Meere in 1841 (zie Kroniek september 2011) en Charles-Louis Spilthoorn in 1848 (zie artikel van ereburgemeester Paul Tant in het Hultheim Jubileumboek 2011).Van alle Kruishoutemnaren zijn de Nokeraars ongetwijfeld de meest onrustige en dweepzuchtige zielen; tot twee keer toe was dit ogenschijnlijk vredige dorpje het toneel van betogingen. Een eerste keer was er straatoproer op 7 december 1896, deze maand zegge en schrijve 115 jaren geleden. Eén en ander had te maken met de Schoolstrijd die sinds 1879 de gemoederen verhitte. Katholieken en liberalen vochten om het 'zielenheil van het kind' in het onderwijs (maar verzuimden intussen wel tot 1889 om kinderarbeid onder de 12 jaar wettelijk te verbieden ...).

nokere school

In 1851 was er op de locatie van de huidige Nocra al een gemeenteschool met gemengd onderwijs en in 1873 begonnen de nonnekes in hun klooster 'boven den berg' een meisjesschool. Zes jaren later, in 1879 kreeg katholiek Vlaanderen echter een uppercut van jewelste te verwerken door de liberale Wet Van Humbeeck; deze verplichtte de gemeenten tot de inrichting van officieel onderwijs, verbood subsidies aan katholieke, vrije scholen en verordende dat godsdienstonderricht enkel nog buiten de lesuren mocht. Dit leidde uiteraard tot een scherpe reactie van de clerus; van de weeromstuit werden overal te lande vrije scholen gebouwd. Zo ook in Nokere, waar dat jaar in twee maanden tijd het schoolgebouw en woonhuis op de hoek van de Waregemsestraat en de Holstraat werden opgetrokken (zie foto). De bedoeling was om naast de meisjes die er vlakbij al de kloosterschool bezochten, ook de jongens van de gemeenteschool 'boven den berg' te lokken. Met succes. Reeds in 1879-1880 waren er 50 jongens en 60 meisjes ingeschreven. Maar ook de gemeentelijke jongensschool achter de kerk bleef bestaan; vanaf 1884 werden de twee onderwijsinstellingen trouwens als vrije scholen betoelaagd door het Nokerse gemeentebestuur. Dit werd echter aangemaand om ook daadwerkelijk officieel onderwijs te voorzien; tegen zijn zin stelde het Nokerse schepencollege in 1880 Emile Lamont aan als onderwijzer voor dus een derde, officiële school. Dat was van het goede te veel. In 1882-1883 stond Lamont voor een leeg klaslokaal. Het daaropvolgende schooljaar telde zijn schooltje amper drie leerlingen. In 1885 werd hij opgevolgd door Livinus Verbeke uit Wielsbeke, en dat was geen katje om zonder handschoenen aan te pakken, zo zou blijken. Van meet af aan leefde deze in onmin met burgemeester Eduard De Witte en pastoor Joannes Libert. In 1896 werd hij wegens opruiing en laster door het Nokerse gemeentebestuur drie maanden geschorst om begin december van datzelfde jaar uit zijn functie te worden gezet.

Verbeke besloot keet te schoppen. Aan al wie het horen wilde, verkondigde hij op 6 december luidkeels op de drempel van de kerk na de beide, druk bijgewoonde zondagmissen dat hij werd gebroodroofd door de burgemeester en zijn schepenen. De dag nadien, op maandag 7 december, zouden de lessen normaliter om 9.00 u. beginnen. Kort na dit tijdstip verliet een ongeregelde bende van een dertigtal jeugdige oproerkraaiers zijn school. Voorop gingen zijn twee zonen, elk met een harlekijnen pop in de hand. Die poppen vertoonden bij nader toezien nogal wat gelijkenis met de burgemeester en de pastoor ... Zingend en dansend liep de bonte stoet voorbij de vrije jongensschool en langs de pastorij naar de meisjesschool 'boven den berg' om vervolgens terug af te dalen naar Nokeredorp. Daar begonnen de vermetele vlegels zowaar een rondedans omheen de vrijheidsboom vlak vóór de ogen van een inderhaast opgeroepen, verbouwereerde burgemeester De Witte, die dit hels kabaal lijdelijk moest aanzien vanuit het gemeentehuis (nu restaurant 't Landhuys). Tot zijn afgrijzen merkte hij dat uitgerekend de dochter van Verbeke de dans leidde en heftig de maat sloeg. Het lied dat de schalkse schavuiten zongen, klonk als een vloek in zijn notabele oren: "Zonder onzen meester kunnen wij niet leeren, zonder onzen meester kunnen wij niet zijn. Leve onzen meester en hij mag er wezen, leve onzen meester en hij mag er zijn.". Nadien zou men deze tekst aantreffen op het bord in Verbeke's klaslokaal. Onnodig te zeggen wiens handschrift men onmiddellijk herkende. Het rumoer werd teveel voor de burgervader; hij schoot uit zijn krammen, stormde de straat op en joeg de 'samenscholing' uiteen. Hij was er niet goed van; achteraf vergeleek hij met enige zin voor overdrijving het jeugdige amok met 'een goed georganiseerde bende socialisten'!

De officiële school telde amper kinderen. Hoe dan was Livinus Verbeke erin geslaagd om 30 à 35 vrijwilligers voor zijn betoging te ronselen? Nog dezelfde avond begaf het Nokerse schepencollege zich naar zijn huis op zoek naar antwoorden. Maar de vogel was al gaan vliegen ... zijn echtgenote wist niet waar hij was en wanneer hij zou terugkomen. Al spoedig bleek dat hij met een aantal kompanen (waaronder een schepen!) de avond voordien bij diverse families was gaan aankloppen met het dringend verzoek hun kinderen op maandagmorgen naar de officiële school langs te sturen. Daarbij versterkte een stuiver in de hand wellicht de overredingskracht ... Verbeke vertoonde zich in elk geval niet meer in Nokere; hij verhuisde met zijn gezin naar Deinze, waar hij het onderwijs de rug toekeerde om een winkel in 'ellengoed' te beginnen. Hij bleef nog zes jaar zijn wedde als onderwijzer behouden.

103 jaar later, op woensdag 24 maart 1999, was het weer koekenbak aan de Nokerse vrijheidsboom. Toen waren het geen schoolkinderen, maar rijkwachters die er krakeel maakten! Met ongeveer 50 manschappen blokkeerden ze die voormiddag de start van 'Nokere Koerse', die dat jaar net was gepromoveerd tot categorie 1.4. op de UCI-ranking. 163 renners moesten werkloos toezien hoe de stakende wetsdienaars vóór de VRT- en VTM-camera's hun grieven tegen het op til staande eenheidsstatuut van politie en rijkswacht kenbaar maakten. Koersdirecteur Rony De Sloovere sprak al zijn onderhandelingstalent aan om de verbouwereerde UCI-commissarissen gerust te stellen en de muitende flikken op andere gedachten te brengen. Hij slaagde in zijn opzet, na een oponthoud van een tiental minuten kon het peloton zijn stalen rossen bestijgen. Enkele uren later won de Nederlander Jeroen Blijlevens met de vingers in de neus Kruishoutems Mooiste. Het eenheidsstatuut kwam er in 2001.

Het verhaal van de schoolbetoging in Nokere vindt u in het onderhoudende boek "Kroniek van een dorpsschool. 125 jaar vrije katholieke school Nokere", uitgegeven in 2005 door Raf Dhondt, bestuurslid van Hultheim. Het boek is bij de auteur nog te verkrijgen aan de prijs van 18 euro via tel. 09/383 59 57 of Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.. Voor de geschiedenis van Nokere Koerse verwijzen we graag naar het artikel: 'Nokere Koerse, van Vlaamse kermiskoers tot internationale semi-klassieker' van Lieven Kinds in het Hultheim Jaarboek 2004 en naar: www.nokerekoerse.be.