Krantenknipsels van vroeger leren ons hoe onze voorouders in het leven stonden, hoe ze omgingen met successen en met tegenslagen, hoe ze feestten en rouwden. Zo af en toe tovert een fait divers van toen nu nog een monkellachje om de lippen, zoals:

De molshoop en de geldschat (Nokere)

In Nokere lagen de schatten vroeger voor het rapen. Men moest zich hoogstens stuipen om ze uit een molshoop te skarten: “Gisteren morgend vroeg ging zekere Cobbaerd, landbouwer, wonende te Nokere, wijk lombaerdekens-Kapelle, naar zijnen vlasgaart, vergezeld van zijnen hond, om te zien of er geene mollen zaten. Toen hij omtrent het midden der partij was, sprong zijnen hond op eenen molkop en begon te krabben; de pachter naderde, meenende eenen mol te zien, toen hij tot zijnen groote verwondering twee stukken geld bemerkte, die boven gebracht waren; vermoedende dat daar zou kunnen een schat verborgen zijn, nam hij zijne spade en begon te delven. Zijne gedachte werd volkomen verwezenlijkt. Na twee of drie voeten diep gedolven te hebben, vond hij een verrot houten kistje, dat hij voorzichtig bovenhaalde en waarin hij nog twee honderd twaalf zulke stukken vond; na nader onderzoek, zag hij dat het zeeuwsche-rijksdaalders waren, dragende het jaartal 1795.” (De Westvlaming - 04.04.1874).

Travestiet met lange vingers (Kruishoutem)

Voor een doorsnee boef is een bivakmuts als vermomming voldoende. Niet zo voor Emeric van Kruishoutem. Deze hees zich in een luchtig damestoiletje vooraleer op dievenronde te gaan: “Oost-Roozebeke - Aldaar is zondag aangehouden ‘ne manskerel, verkleed in rijke dame; haar grove lichaamsbouw en groote stappen hadden d’aandacht opgewekt van den wachtmeester der gendarms en ze wierd naar ’t Bureel gebracht. Hoe is uw naam? Silvie De Meyer, antwoordde zij. - Woonachtig? - Te Kruishoutem … . Doch verder ondervraagd zijnde, moest zij bekennen ‘ne manskerel te zijn. Hij had op zich een doos juweelen en verklaarde ze gekocht te hebben te Waregem. Men telegrafeerde naar Kruishoutem en kreeg voor antwoord dat die vent was zekeren Emeric, koewachter, en dat hij die juweelen gestolen had bij zijn meesters. Een groote menigte volks volgde den verkleedden dief, als hij voor den Vrederechter wierd gebracht.” (De Werkman - 29.06.1888). Emeric Demeyer haalde nogmaals de pers bij zijn veroordeling op 14 juli 1890 door de correctionele rechtbank van Kortrijk tot 15 dagen gevangenis en een geldboete van 26 fr. ”voor diefte en verheeling” (Gazette van Kortrijk - 20.07.1890).

De Flinstones van den Appelhoek (Lozer)

Flinstones

Gustaaf van den Appelhoek was een varken van een vent. Hij gaf thuis nooit zijn geld af en trakteerde zijn echtgenote zo nu en dan op een flink pak rammel. Zekere dag kreeg hij zijn verdiende loon; net zoals Fred Flinstone werd hem door zijn vrouw de deur gewezen: “De genaamde Gustaaf, wonende op de Appelhoek, te Huisse-Lozer, leeft in oneenigheid met zijne vrouw. Hij is zeer jaloersch en heeft een oploopend karakter; het grootste deel van ’t jaar gaat hij naar Frankrijk werken. Nooit gaf hij zijn loon af aan zijne vrouw; deze moest maar zien dat zij in haar eigen onderhoud en dat van hare vier minderjarige kinderen kon voorzien. Zij behoefde dus naarstig te werken en op haar gedrag viel er niets te zeggen. Als de man te huis kwam was hij boos en dreigde haar met den dood. Zondag avond wilde hij nog eens in huis dringen, hij vroeg zelfs aan zijne vrouw: ‘Emma, laat mij in huis komen, ik zal u geen kwaad doen’, maar de vrouw antwoordde: ‘Ik mag niet, daarbij ik durf niet’. Daarop heeft (hij) geweld beginnen gebruiken om binnen te geraken; de vrouw voor haar leven vreezende heeft eenen revolver genomen en door het venster op haren man geschoten. Voorzeker moet hij getroffen zijn, want men heeft bloed ter plaats gevonden. Sedert dien heeft men hem niet meer teruggezien.” (Den denderbode - 23.02.1908).

Het paard van Lede (Wannegem)

We gaan hier niet beweren dat die van Wannegem en die van Lede niet met elkaar overeenkomen, maar toch … : “Wannegem-Lede. - Paard gestolen of verloren? Een persoon van Lede, had te paard een rit gedaan. ’s Avonds te Wannegem, aan het gemeentehuis (annex café), bond hij het dier vast en ging binnen. Toen hij terug buiten kwam, was het paard verdwenen. Klacht is ingediend bij de policie.” (De Volksstem - 06.06.1914).

Zeg niet wit, zeg niet zwart (Kruishoutem)

Van multiculturaliteit had men in de Eigemeente vlak na de Groote Oorlog nog nooit gehoord: “Een woestaard te Kruishautem. Donderdag liep hier een neger in dronken toestand. In de herbergen wilde hij kunsten maken met stoelen en tafels. Hij maakte het nogal bont en wierp zelfs met steenen naar eenige kermisgangers, die in de Brugstraat naar huis trokken. Een gevecht volgde. De neger liep een huis binnen en kwam terug met een bijl, waarmede hij Meheus, die daar voorbij kwam, kwetste aan den arm. De politiekommisaris heeft den kerel aangehouden.” (De Werkman - 29.09.1921).

Brothers in arms na Bros Party (Kruishoutem)

Was het na een Kameleon Fuif, na een Bros Party, of na een Christmas Pop Up Café van het Nokerse Kerstcomité? Het valt niet meer te achterhalen, maar feit is dat ze vroeger van ver moesten komen om de fuivende Kruishoutemse jeugd de baas te kunnen: “Door baanstroopers aangerand te Kruishautem. Een paar landbouwerszoons hadden deel genomen aan een feestje, toen bij middernacht bij het naar huis keeren, zij op een eenzame plaats, nabij het kasteel aangerand werden door baanstroopers. Gelukkig konden de moedige jongens zich dapper verdedigen en moesten de bandieten eindelijk op de vlucht slaan, zonder iets te hebben kunnen stelen.” (De Volksstem - 20.12.1927).

The chicken of the rings (De Bunder)

De huwelijksring is hét symbool van echtelijke trouw ... tot een kieken ermee gaat lopen, natuurlijk: “Vrouw Putman uit de Bunderstraat was voor twee maand haar trouwring verloren. Overal gezocht, maar onvindbaar. En hoor eens. Verleden week slachtte zij ’n vet kieken en in de maag stak den lang gezochten ring. En ‘t wonderste nog: ’t schijnt dat de ring d’helft van zijn breedte opgeteerd was in de kiekenmaag. Iets voor de wetenschappelijke zoekers.” (De Leye - 15.07.1928, verzameling K.G.K. Deinze, depot MUDEL).

Voor wekelijkse heem- en geschiedkundige updates over Kruishoutem, zie: www.hultheim.be. Volg ons op Facebook.