Welkom!

… op de website van Hultheim, de heem- en geschiedkundige kring van Kruishoutem. Hier vindt u heemkundige en historische updates over Kruishoutem, de Marolle, Lozer, Nokere, Wannegem en Lede. De laatste info staat bovenaan, voor de oudere verslagjes scrolt u naar beneden.

 

Niet zoveel eigenlijk, op een kleine tijdsspanne van nog geen 11 maanden na. En toch kreeg de man maar liefst twee (weliswaar kleinere) straten naar zich vernoemd, toen de Witte Wijk te Kruishoutem tussen 1977 en 1984 werd opgetrokken.

 Adolf daens 1839 1907   Priester Daens straatbord

Links: Adolf Daens (1839-1907) (publiek domein). Rechts: foto Edwin De Borggraeve

Priester Adolf Daens (1839-1907) ging de Belgische geschiedenis in als de christelijke voorvechter voor het arbeidersproletariaat dat in de tweede helft van de 19de eeuw voor hongerlonen in vaak levensbedreigende omstandigheden lange werkuren moest ‘kloppen’. Daens was een non-conformist die herhaaldelijk overhoop lag met de Katholieke Partij en met de clerus. Als Vlaamsgezind progressief christen liet hij zich inspireren door de encycliek Rerum Novarum (Van nieuwe zaken) (1891) van Paus Leo XIII. In 1893 richtte hij de Christene Volkspartij op die electoraal scoorde en na WOI zou opgaan in de intussen hervormde Katholieke Partij.

Conflicten met het gezag; het was een rode draad in het leven van priester Daens. Hij verbleef twaalf jaar in de Orde der Jezuïeten en leek voorbestemd voor het onderwijs. Hij stelde zich echter te zelfstandig, te religieus-progressief en vlaamsgezind op. Dit leidde tot meerdere herplaatsingen in diverse colleges. In 1871 verliet hij noodgedwongen de orde. Na een paar jaar seminarie werd hij in 1873 priester gewijd. Daens hoopte in die hoedanigheid in het onderwijs te kunnen blijven, want hij voelde zich niet voor het parochiale werk geschikt. Aanvankelijk slaagde hij hierin; hij werd aangesteld als leraar van de retorica-afdeling van het College te Oudenaarde (1873-1876).

Dik tegen zijn goesting werd Adolf Daens in juni 1878 naar Kruishoutem gestuurd om er onderpastoor te worden. Hij tekende nog protest aan bij bisschop Bracke, maar tevergeefs. Veel sporen liet hij hier trouwens niet achter. In het uitgebreide parochiaal archief is er over hem praktisch niets terug te vinden. Alleen in het doopregister zijn er 38 dopen te traceren die hij uitvoerde en waarbij hij onder de doopakte zijn handtekening plaatste.

Nog geen elf maanden na zijn aankomst in de Eiergemeente verliet hij die alweer. In april 1879 werd hij leraar aan het college te Dendermonde, waar hij ontslag nam in 1888. Daarna ging hij bij zijn broer (drukker) Pieter Daens te Aalst inwonen en begon zijn inzet voor de arbeidersklasse. De rest is geschiedenis, decennia nadien vereeuwigd door de auteur Louis Paul Boon in de roman Pieter Daens (1971) en door cineast baron Augustijn Coninx in de film Daens (1992). 

Info bij:
  • DELAFORTRIE Luc, Priester en Pieter Daens. Mannen van de doorbraak. Uit de memoires van de familie, uitgeverij NV Vonksteen, Langemark, 1994, p.31-33.
  • Research parochiaal archief Sint-Eligiuskerk door Chris Van der Meeren

pijl Nokere

15 maart 2023 staat voor de 77ste editie van Danilith Nokere Koerse. De allereerste keer dat deze wielerwedstrijd voor profs - toen nog Grote Prijs Jules Lowie - werd verreden, was op 26 april 1944. Ze waren er daar met andere woorden rap bij in Nokere ! De streek was toen immers nog bezet door de Duitsers. Pas in de septemberdagen van datzelfde jaar zouden die de wijk nemen uit de regio.

De Omloop Het Volk (nu Omloop het Nieuwsblad) nam zijn départ een klein jaar later, op 25 maart 1945. Te Kuurne startten de renners voor het eerst richting Brussel en terug op 15 mei 1945. Een maand nadien, op 13 juni 1945, fietsten ze - en ook dat was een primeur -  van de hoofdstad naar Yvegem (Halle-Ingooigem). De Waregemse buren hielden Dwars door België (nu: Dwars door Vlaanderen) boven de sportieve doopvont op 31 augustus 1945.

Maar er waren ook vroege vogels, die nu nog hun plaats hebben op de wielerkalender: het Kampioenschap van Vlaanderen te Koolskamp dateert van 1908 en steekt daarmee de Ronde van Vlaanderen toch wel de loef af, want die startte in 1913. De Textielprijs Vichte begon in 1928Gent-Wevelgem in 1934, Desselgem Koerse (Grote Prijs Briek Schotte) in 1941 en Gullegem Koerse in 1942 (foto Edwin De Borggraeve).

Op initiatief van en met financiering van de familie della Faille d’Huysse opende te Lozer op 15 april 1845 de OL Vrouw van Bijstandkerk de deuren. Maar … de kerk had geen toren. Subsidies werden aangevraagd, maar het dossier bleef 16 jaar aanslepen: “In 1861 wordt den toren der kerk opgebouwd voor de som van 6000 franken door kerk, Provincie, Staat en 2000 franken bij testament van wijlen Joannes Vanden Moortel van Huisse.” (Liber Memorialis Lozer).

kerk lozer 1  kerk lozer 2  kerk lozer 3  kerk lozer 4

Foto links: oostzijde van de kerk. Zicht op de tussenmuur tussen kerk en kerktoren. Let op de plaatsing van de stenen en het voegwerk links van de regenpijp. Ook de tussenmuur zelf vertoont sporen van herstelling van barsten. Foto links midden: detail. Foto rechts midden: westzijde van de kerk. Zicht op de tussenmuur tussen kerk en kerktoren. Let op de plaatsing van de stenen en voegwerk rechts van de regenpijp. Ook hier is er in de tussenmuur een kleinere scheur linksboven het raam gerepareerd. Foto rechts: detail. (foto’s Edwin De Borggraeve).

De toren werd klaarblijkelijk met twee schuine tussenmuren in de kerk geïntegreerd. Sporen zijn in elk geval nu nog waar te nemen in het metsel- en voegwerk aan de hoeken, waarop de bijbouw 16 jaar later aansloot. De plaats van vermoedelijke aanbouw vertoont eigenaardig geplaatste bakstenen en dito metsel- en voegwerk. Op net dezelfde plaatsen - maar dan in de binnenkant van de kerk - vertonen zich barsten in het plaasterwerk van het koor. In de beide buitentussenmuren zelf zijn herstelde scheuren waarneembaar. De toren heeft zich m.a.w. in de loop der jaren enigszins anders ‘gezet’ dan het hoofdgebouw van de kerk.

Zie:

Antoon Van Parys (Deinze 1884 - Gentbrugge 1968) was een bekende beeldhouwer in de eerste helft van de vorige eeuw. Hij haalde twee jaar geleden - in februari 2021 - nog even de lokale pers, toen tijdens de sloop van enkele huizen in de Tolpoortstraat te Deinze een kunstwerkje van hem op het nippertje werd gered. Burgemeester Vermeulen en schepen Dhaenens ontdekten het kruisbeeld tijdens een bezoek aan de werf. Het kreeg een plaats in het MUDEL, het museum te Deinze.

Van Parys volgde o.a. aan de Academie te Gent zijn opleiding. Hij ontwierp veel oorlogsgedenktekens en grafmonumenten. Van beide vinden we nu nog voorbeelden in Kruishoutem. Zijn werk wordt als sober, streng en gestileerd omschreven: “Door een minimum aan materie uit te kappen, verkrijgt hij prachtig gestileerde beelden die alle een mystieke expressie hebben.”

 

oorlogsmemorial kruishoutem  grafmonument dr hellebuyck

Links: het oorlogsmemoriaal in het centrum van Kruishoutem. Rechts: het grafmonument van dr. Hellebuyck en familie op het kerkhof te Kruishoutem (foto’s Edwin De Borggraeve).

Een grafmonument van de hand van de kunstenaar vinden we op het kerkhof van Kruishoutem. Het familiegraf van dokter Jozef Hellebuyck (1901-2009) is een voorbeeld van zijn uitwerking van een piëta; een treurende moeder en kind, beiden met gebogen hoofden.

In zijn oorlogsgedenktekens hemelt Van Parys geen heldenmoed op, maar legt hij de nadruk op verwoesting, verlies en verdriet. Na de Eerste Wereldoorlog kreeg hij tussen 1920 en 1930 opdrachten voor oorlogsmemorialen in o.a. Deinze, Passendale, Petegem, Vinkt, Astene, Deurle, Kruishoutem, Sint-Baafs-Vijve, Eke en Machelen. Dat van Kruishoutem werd ingehuldigd in 1923. Ook hier valt op dat veeleer menselijk leed dan militaire heroïek overheerst.

 

beeld antoon van parys 1 beeld antoon van parys 2  beeld antoon van parys 3

foto’s Edwin De Borggraeve

Zeker tot midden de jaren zestig van de vorige eeuw had de katholieke kerk een impact op de samenleving. De christelijke zuil beheerde een groot deel van het zorgnetwerk, van de scholengemeenschap, van het verenigingsleven en lenigde daarmee de noden die door de overheid en/of andere ideologische strekkingen pas later mede werden ingevuld.

Een groot deel van de Vlaamse bevolking was naar hedendaagse normen devoot. Men kan het zich vandaag de dag nog amper voorstellen dat tot de zestiger jaren de pastoor een groot gedeelte van de eucharistieviering in een voor niemand verstaanbare, taal - het Latijn - celebreerde met de rug naar de gelovigen toe. Tussen clerus en bevolking bestond een afstand, een kloof.

Glasscherven in muur 1   Glasscherven in muur 2

                                                                                  foto’s Edwin De Borggraeve maart 2021

Geen duidelijker symboliek hiervan dan deze foto’s (voorjaar 2021) van de tuinmuur van de vroegere pastorie van Nokere. Op de reling werden gebroken glasscherven in de mortelspecie ingewerkt. Dit moest de Nokerse kwajongens ervan weerhouden om de rust van de pastoor te storen. Een duidelijke, glasscherpe maatregel. Dergelijke afweringen waren trouwens niet eigen aan pastoriehovingen. Ook kastelen en herenhuizen hielden op deze drastische wijze ongewenst bezoek buiten hun parken en tuinen. De huidige variant bestaat uit digitaal aangestuurde afsluithekkens, high tech alarmsystemen en metershoge hagen en struikplantsoenen.